‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen.’

Hebreeën 1: 1-2

Welkom en mededelingen

Aanvangslied: Psalm 134
1 Gij dienaars aan den Heer gewijd,
zegent zijn naam te allen tijd.
Gij die des daags zijn gunst verwacht,
zegent zijn naam ook in de nacht.

2 Die in het huis des Heren zijt,
zegent zijn naam en majesteit,
zingt tot zijn eer met luider stem
en heft uw handen op naar Hem.

3 Uit Sion, aan den Heer gewijd,
zegene u zijn heiligheid.
Hij die hemel en aarde schiep,
Hij is ’t die u bij name riep.

Votum en groet

Aanvangstekst

Gezang 147: 4 en 5
4 Hij ruilt met ons op vreemde wijs:
Hij neemt ons vlees en bloed
en geeft ons in zijns Vaders huis
zijn eigen overvloed,
zijn eigen overvloed.

5 Hij wordt een knecht en ik een heer:
wat win ik veel daarbij!
Waar vindt men zoveel gulheid weer
als Jezus heeft voor mij,
als Jezus heeft voor mij.

Geloofsbelijdenis

Hemelhoog lied 609
Machtig God, sterke Rots,
U alleen bent waardig.
Aard’ en hemel prijzen U,
Glorie voor uw naam.

Lam van God, hoogste Heer,
Heilig en rechtvaardig,
Stralend Licht, Morgenster,
Niemand is als U.
Refrein:
Prijst de Vader, prijst de Zoon.
Prijst de Geest, die in ons woont.
Prijst de Koning der heerlijkheid.
Prijst Hem tot in eeuwigheid.

Schriftlezing: Hebreeën 1:1-14
1Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. 3In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, 4ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij. 5Tegen wie van de engelen heeft God immers ooit gezegd: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt’? Of: ‘Ik zal een vader voor hem zijn, en hij voor mij een zoon’? 6Maar wanneer hij de eerstgeborene de wereld weer binnenleidt, zegt hij: ‘Laten al Gods engelen hem eer bewijzen.’ 7 Over de engelen zegt hij: ‘Die zijn engelen inzet als windvlagen, en zijn dienaren als een vlammend vuur.’ 8Maar tegen de Zoon zegt hij: ‘God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid, en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. 9Gerechtigheid hebt u liefgehad en onrecht gehaat; daarom, God, heeft uw God u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken.’ 10En ook: ‘In het begin hebt u, Heer, de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. 11Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, ze zullen als een gewaad verslijten, 12als een mantel zult u ze oprollen, als een gewaad zullen ze worden verwisseld; maar u blijft dezelfde, en uw jaren zullen geen einde nemen.’ 13Tegen wie van de engelen heeft hij ooit gezegd: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt’? 14Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?

Gezang 169: 5 en 6
5 Heer Jezus, die ons hebt bezocht,
Gij Opgang uit den hoge,
die onze ziel hebt vrijgekocht,
dat zij U dienen moge,
Gij herder die ’t verloorne zoekt,
de hemel heeft ons niet vervloekt:
God is om ons bewogen.

6 Zingt dan de Heer, stemt allen in
met ons die God lof geven:
Hij schiep ons voor een nieuw begin,
hoeveel wij ook misdreven.
Hij riep ons uit de nacht in ’t licht
van zijn genadig aangezicht.
in Christus is ons leven!

Verkondiging

Gezang 168: 1, 5 en 6
1 O Jezus Christus, licht ze bij
die leven aan uw licht voorbij.
Voeg ze met uwe kudde saam,
opdat zij niet verloren gaan.

5 Verlicht het oog dat U niet ziet.
Leid hem weerom die U verliet.
Verzamel, die verwijderd gaan.
Versterk ze die in twijfel staan.

6 Dan zullen zij, niet meer vervreemd,
voor tijd en eeuwigheid vereend,
in aarde en hemel, dan en nu,
allen tezamen danken U.

Psalm 149: 5
5 Nu zal, gelijk er staat geschreven,
Gods volk in volle vrede leven.
De boze vijand is verslagen.
Prijs ’s Heren welbehagen!
Na het duister der wereldnacht
blinkt de luister van Gods geslacht.
Hemel en aarde stemmen saam
en prijzen ’s Heren naam.

Zegen

Last modified: 13 januari 2021