Mededelingen en welkom

Gezang 118: 1, 2
1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor U open
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard’ en hemel zingen,
verkwik mij met uw heil’ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
o zon van liefde, mijn gemoed!

2 Vervul, o Heiland, het verlangen,
waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Stil gebed, votum

Gezang 121: 1, 2, 4
1 God lof! Nu is gekomen
Gods aangename tijd:
de Koning onzer dromen,
de Heer der heerlijkheid
treedt, zonder praal en pracht,
in onze wereld binnen,
om hier te overwinnen
de duivel en zijn macht.

2 Hij wilde zich verlagen
en daalde van zijn troon;
een ezel mag Hem dragen,
Hem sieren staf noch kroon.
Hij wil zijn koningsmacht
en majesteit verhullen,
om need’rig te vervullen
wat God van Hem verwacht.

4 Gij armen en verdrukten,
waar gij op aarde zijt,
gebeukten en gebukten
in deze boze tijd,
houdt moed, Hij nadert al!
Gij moogt uw Held ontvangen,
de Vorst van uw verlangen,
met lied’ren zonder tal!

Geloofsbelijdenis

Gebed

Schriftlezing: Genesis 8: 1-12; en 1 Korinthe 1: 4-9
1Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar. 6Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open 7en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. 8Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water verder gedaald was. 9Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug.

4Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken. 5Door hem bent u in elk opzicht rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis 6bewijst dat het getuigenis over Christus bij u verankerd is, 7en hierdoor ontbreekt het u terwijl u op de komst van onze Heer Jezus Christus wacht, aan geen enkele gave van de Geest. 8Hij is het ook die u tot het einde toe de zekerheid geeft dat u geen blaam zal treffen op de dag van onze Heer Jezus Christus. 9God, door wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.

Hemelhoog 292: 1, 2, 3, 4
1 ‘k Ben een schip in de storm
Dat de haven niet vindt
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

2 ‘k Ben een vogel die vlucht
Voortgejaagd door de wind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

3 Als uw woord mij bereikt
Ik in U richting vind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

4 Dan zijn stormen gestild
Voorbij is vlucht en wind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

Preek: ‘en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was.’

Genesis 8: 7

Psalm 147: 3, 4
3 Zingt, zingt om beurt om Hem te danken,
ontlok de lier de schoonste klanken
voor onze God, Hem die in luister
de hemel dekt met wolkenduister,
de aarde drenkt met milde regen,
het gras doet spruiten allerwegen,
de dieren zegent met zijn gaven
en hoort de roep der jonge raven.

4 Voor God is alle kracht van paarden
en macht van mensen zonder waarde.
Het snoeven van wie wapens dragen
is niet naar ’s Heren welbehagen.
Zijn welbehagen zal slechts wezen
met allen die Hem need’rig vrezen,
die met hun harten voor Hem open
op zijn genade en liefde hopen.

Gebeden

Inzameling

Hemelhoog 54 2x
Mijn zegen krijg je mee,
trek nu de wereld in.
De aarde is weer droog,
er is een nieuw begin.
Woon hier en overal,
de wereld is voor jou.
En kijk de regenboog:
Ik blijf je altijd trouw.

Bede om de zegen

Gezongen amen

Last modified: 13 januari 2021