Welkom en Mededelingen

Intochtslied: Psalm 84 : 1
1 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen.
Hoe brand ik van verlangen om
te komen in uw heiligdom.
Wat zou mijn hart nog liever wensen
dan dat het juichend U ontmoet
die leven zijt en leven doet.

Stil Gebed – Votum en Groet

Psalm 84 : 2
2 Het heil dat uw altaar omgeeft
beschermt en koestert al wat leeft.
De mus, de zwaluw vindt een woning.
Haar jongen zijn in veiligheid.
Mij is een schuilplaats toebereid
in het paleis van U, mijn Koning.
Heil hen die toeven aan uw hof
en steeds zich wijden aan uw lof.

Geloofsbelijdenis

Gezang 127 : 1
1 Gaat, stillen in den lande,
uw Koning tegemoet,
de intocht is ophanden
van Hem die wondren doet.
Gij die de Heer verwacht,
laat ons voor alle dingen
Hem ons hosanna zingen.
Hij komt, Hij komt met macht.

Gebed

Schriftlezing: Psalm 42
1 Voor de koorleider. Een kunstig lied van de Korachieten. 2 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. 3 Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? 4 Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ 5 Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. 6 Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. 7 Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan u, hier in het land van de Jordaan, bij de Hermon, op de top van de Misar. 8 De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. 9 Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. 10 Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: ‘Waarom vergeet u mij, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?’ 11 Mij gaat door merg en been de hoon van mijn belagers, want ze zeggen heel de dag: ‘Waar is dan je God?’ 12 Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.

Psalm 42 : 1
1 Evenals een moede hinde
naar het klare water smacht,
schreeuwt mijn ziel om God te vinden,
die ik ademloos verwacht.
Ja, ik zoek zijn aangezicht,
God van leven, God van licht.
Wanneer zal ik Hem weer loven,
juichend staan in zijn voorhoven?

Verkondiging
“God des levens, ach, wanneer …..? “n.a.v. Psalm 42 : 3

Gezang 118 : 1 en 2
1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor U open
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard’ en hemel zingen,
verkwik mij met uw heil’ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
o zon van liefde, mijn gemoed!

2 Vervul, o Heiland, het verlangen,
waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Dankgebed en Voorbeden

Inzameling van de Gaven

Psalm 72 : 4
4 Hij zal de redder zijn der armen,
hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt, met hun bestaan bewogen,
die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Hij draagt hen in zijn hart.

Zegen

Last modified: 28 november 2020