MEDEDELINGEN

Intochtslied Hemelhoog 641
Ik kom in uw heiligdom binnen,
‘T voorhangsel ga ik voorbij.
Ik breng U mijn offer, een zoete geur,
Vrucht van wat U deed in mij.
Mijn mond brengt een offer van lof, Heer.
‘T Gaat nu alleen om uw eer.
‘T Reukwerk van mijn lofgezang
Stijgt op in uw woning.
Ik kniel voor de troon van mijn Koning.
Samen met mijn stem hef ik
Ook mijn handen op tot U,
Het loflied komt diep uit mijn hart.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht
Komen U toe, God van ’t heelal voor eeuwig.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht
Komen U toe, God van ’t heelal.
Stil gebed – Votum – Groet

Openingstekst: Het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist Zijn uitwerking niet.

Zingen Psalm 84: 1 en 4
1Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen.
Hoe brand ik van verlangen om
te komen in uw heiligdom.
Wat zou mijn hart nog liever wensen
dan dat het juichend U ontmoet
die leven zijt en leven doet.

4 Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort.
Hun lied weerklinkt van oord tot oord,
tot zij Jeruzalem betreden,
waar alle pelgrims binnengaan
om voor Gods aangezicht te staan.
Aanvaard, o Heer, ook mijn gebeden.
Verhoor mij, God van Israël,
die alles leidt naar uw bestel.

Wet van God

Zingen Hemelhoog 274
Create in me a clean heart, oh God
And renew a right spirit within me
Create in me a clean heart, oh God
And renew a right spirit within me
Cast me not away from Thy presence, oh Lord
And take not Thy holy spirit from me
Restore unto me the joy of Thy salvation
And renew a right spirit within me
Gebed

Bijbellezing Lukas 1: 5 t/m 25
5Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. 6Beiden waren vrome en gelovige mensen, die zich strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden. 7Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd. 8Toen de afdeling van Zacharias eens aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen, 9werd er volgens het gebruik van de priesters geloot en werd Zacharias door het lot aangewezen om het reukoffer op te dragen in het heiligdom van de Heer. 10De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht. 11Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. 12Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. 13Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. 14Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. 15Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn en andere gegiste drank zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, 16en hij zal velen uit het volk van Israël tot de Heer, hun God, brengen. 17Als bode zal hij voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ouders met hun kinderen te verzoenen en om zondaars tot rechtvaardigheid te brengen, en zo zal hij het volk gereedmaken voor de Heer.’ 18Zacharias vroeg aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.’ 19De engel antwoordde: ‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. 20Maar omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren.’ 21De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22Maar toen hij naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken kon hij niet. 23Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis. 24Korte tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: 25De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.

Zingen Gezang 323: 1 en 7
1 God is tegenwoordig, God is in ons midden,
laat ons diep in ’t stof aanbidden.
God is in ons midden, laat nu alles zwijgen
alles in ons voor Hem neigen.
Wie de stem heft tot Hem
sla de ogen neder,
geve ’t hart Hem weder.
7 Maak mij recht eenvoudig, stil in den gebede,
afgezonderd in uw vrede.
Maak mij rein van harte, dat ik uwe klaarheid
schouwen mag in geest en waarheid.
Heer laat mij even vrij
als een adelaar stijgen,
zo word ik U eigen.

Verkondiging

Zingen Gezang 95: 1 en 3
1 Nu bidden wij met ootmoed en ontzag
de Vader aan, wiens naam aan elk geslacht
in hemel en op aarde aanzijn gaf,
dat, naar zijn heerlijk wezen,
Hij ons de kracht des Heil’gen Geestes geve
en de Messias bij ons intrek neme.
Zijn liefde is de grondslag van ons leven,
de oorsprong van ons hart.

3 Hem nu die in ons werkt en ons geleidt,
die verder gaat dan al ons bidden reikt
en meer is dan ons diepste denken peilt,
zij heerlijkheid en glorie
in de gemeente die Hij heeft verkoren,
in elk geslacht dat van zijn naam zal horen,
door Jezus Christus, nu gelijk tevoren
en tot in eeuwigheid.

Gebed

Collecte

Zingen Psalm 118: 1 en 10
1Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen,
zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Laat, Israël, uw lofzang rijzen;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Dit zij het lied der priesterkoren;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Gij, die den Heer vreest, laat het horen;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.

10 De Heer is God, zijn gunst verheugde
ons oog en hart met vrolijk licht.
Nu worde ’t offer onzer vreugde
op zijn altaren aangericht.
Gij zijt mijn God, U zal ik prijzen,
o God, U roemen wijd en zijd.
Laat aller lof ten hemel rijzen;
Gods liefde duurt in eeuwigheid.

Zegen

Last modified: 16 december 2020