Klein meisje

Als klein meisje ging ik met mijn broer en zus elke zondagmiddag naar de zondagsschool in Schoonoord. Daar is denk ik de basis gelegd van mijn geloof. Met kerst kregen we prachtige boeken waarvan ik sommige titels nu nog kan herinneren. Verder gingen we als gezin niet naar de kerk en werd er ook niet over gesproken. De vragen die ik over de bijbel had, kon ik thuis niet stellen. Mijn moeder is jong overleden, toen ik vijf jaar oud was, m’n zus van 16 nam veel van mijn moeders taken over. Naar de meisjesvereniging ging ik ook, maar daarna was er een
periode waarin ik niet zo met geloven bezig was. Ik trouwde en we kregen twee kinderen.

God blijft trekken

Toch bleef God me trekken, met een vriendin ging ik elk jaar een of twee keer naar de kerk. Dat was vooral met de christelijke feestdagen. Na een poos gaf zij aan daar geen meerwaarde meer in te zien. Dat vond ik erg jammer. Ondertussen waren mijn man en ik gescheiden en woonde ik in Loodrecht naast de familie Schuurman die elke zondag naar de Sijpekerk gingen. We hadden goed contact met elkaar. Ik wilde wat meer van het geloof weten, snapte veel niet van de bijbel die ik thuis had en begon met de familie Schuurman mee naar de kerk te gaan.

Het geloof, bidden, geeft me rust en kracht, een zeker weten, dat iets goed is.

Nieuwe liefde

Na een poosje sloot ik me aan bij de Cantorij waarmee we elke donderdagavond oefenden en met feestdagen in de kerk zongen. Daar ontmoette ik Teun. Zijn vrouw was overleden en hij had de zorg voor hun 5 kinderen waarvan de jongste nog maar 2 jaar was. We werden door een wederzijdse vriendin aan elkaar voorgesteld omdat hij op zoek was naar hulp en een levensgezellin. Dat is uitgegroeid tot liefde. Teun stelde voor om op catechisatie te gaan bij ds Bogaard. We hadden een fijne groep met o.a. Menno en Anita Vonk en Bep Repco. Ik begon er steeds meer naar te verlangen om ook bij de gemeente te horen. In januari zijn we getrouwd en met Pasen heb ik belijdenis gedaan.

Hoogte- en dieptepunten

Het geloof, bidden, geeft me rust en kracht, een zeker weten, dat iets goed is. Soms kan ik ook wel twijfelen of God bestaat. Het is geloof, je wilt graag zeker weten. Ik verlang naar meer geloofsvertrouwen en vrijmoedigheid om er met anderen over te praten. Ook kan ik soms teleurgesteld zijn in mensen van de kerk, maar niet in God zelf. Ik heb genoeg om dankbaar voor te zijn. Teun en ik hebben vaak meegedaan met de Bijbelstudies en gingen graag naar het Leerhuis, waar je vragen kon stellen. Het is fijn om het geloof warm te houden. Net als met een verkering, dat kun je ook niet laten verslonzen, moet je ook bijhouden. Terugkijkend, zie ik Gods leiding in mijn leven: het ontmoeten van Teun, het samen naar de kerk gaan.

“Je hoeft niet bang te zijn

Een mooi lied vind ik: “Je hoeft niet bang te zijn”, Hemelhoog 430. Het kan wel eens stormen in je leven. Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer. Dit lied hebben we ook gezongen bij het overlijden van Teun. Ik vind dit lied bemoedigend: je hoeft niet bang te zijn. Je moet het wel voelen, God geeft rust. Als je er meer mee bezig bent, geeft het geloof je ook meer rust. Soms kan ik God hardop spontaan bedanken voor iets in mijn leven. Ik ben heel blij dat ik via mijn laptop de kerkdienst kan volgen. Ik mis wel de ontmoeting met de andere gemeenteleden. Op zondagmorgen kijk ik eerst naar “De verwondering” op tv, dat zijn hele bemoedigende gesprekken. Daarna kijk ik naar de Sijpekerk via de computer, heel fijn.

Last modified: 13 januari 2021