Van mij ouders is alleen mijn moeder gelovig en kerkgaand. Ze kan goed over haar geloof vertellen, beantwoordde vragen als ik die had, leerde ons bidden, nam mijn zus en mij mee naar de kerk en stimuleerde ons om mee te doen met de kerkelijke activiteiten. Met mijn opa en oma had ik op jongere leeftijd ook fijne gesprekken over het geloof.

Mijn persoonlijke geloof is langzaam ontwikkeld. Het was een lange weg zonder al te veel obstakels. Wel kreeg ik door mensen die niet geloven in mijn omgeving, meer vragen.

Ik ben bijna altijd naar catechisatie gegaan, en vond het leuk om daar over het geloof te praten. Zo’n vier jaar geleden hebben we eens heel het Bijbelboek Exodus besproken. Achteraf gezien, begon ik het vanaf die periode zelf echt interessant te vinden. Daarna werd Rien dominee in onze kerk en kon ik tijdens catechisatie fijn met hem discussiëren. Het werd steeds meer mijn eigen keuze om naar de kerk te gaan. De wil om er heen te gaan zat er wel, die aantrekking heb ik altijd gevoeld. Een soort borrelend gevoel. Ook als ik op zondagochtend nog bij m’n vriendin ben die niet gelovig is, sta ik meestal vroeg op om naar de kerk te gaan.

Ik volg een studie over de wet, die gebaseerd is op de Bijbelse 10 geboden. Hoe goed God die bedacht heeft, daar kan ik van onder de indruk raken.

Geloof is voor mij “een steuntje in de rug”, vooral in stressvolle tijden. Maar ook in het dagelijks leven, in contact met ongelovige mensen. Bijvoorbeeld op de eerste dag van m’n studie, zat iedereen alleen in een zaal. Ik ging “random” naast iemand zitten. Bij het voorstelrondje stelde deze studiegenoot zich voor als Bart en had hij als “stel jezelf voor-voorwerp” een bijbel meegenomen. Bijzonder! God is bij je.

Door een taak op je te nemen, kun je zelf ook echt iets gaan betekenen voor de gemeente.Jezus is mijn verlosser en Hij zal op een dag terugkomen.

Een aantal jaar geleden ben ik gevraagd voor de jeugddienstcommissie. Het is een hechte club mensen. We denken mee over de thema’s van de dienst. Als een dienst die je samen hebt voorbereid ook goed gaat, kan ik God echt dichtbij voelen. Dan ga ik “gevuld” naar huis.

Door een taak op je te nemen, kun je zelf ook echt iets gaan betekenen voor de gemeente. Het is een goede manier om betrokken te zijn en je echt onderdeel van de gemeente te voelen.

Een spannende bekering heb ik niet gehad. Twee jaar geleden heb ik besloten om belijdenis te doen. Ik voel me thuis in deze gemeente met de mensen en het soort gemeente.

Net als na vakanties, mis ik het nu wel om op zondag naar de kerk gaan. Als je niet gaat, komt je geloof toch op een lager pitje te staan.  Maar ondanks dat je niet bij elkaar bent, ben je nog steeds gemeente en verbonden met elkaar. Door creatieve oplossingen kun je toch contact met elkaar hebben. Zoals een online jeugddienstcommissie vergadering. Dat maakt me er bewust van dat we nog steeds een gemeente zijn. Dat we er niet minder gemeente van worden.

Last modified: 13 januari 2021