Welkom en mededelingen

Intochtslied Psalm 100: 1, 2 en 3
1 Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
Treedt nader tot gij Hem omringt,
gij aard’ alom, zijn rijksdomein,
zult voor den HEER dienstvaardig zijn.

2 Roept uit met blijdschap: “God is Hij.
Hij schiep ons, Hem behoren wij,
zijn volk, de schapen die Hij hoedt
en als beminden weidt en voedt.”

3 Treedt statig binnen door de poort,
Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord.
Heft hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote naam.

Stil gebed – Votum – Groet

Thema ‘Groeien in geloof: toewijding.’

Zingen Hemelhoog 380 (tweemaal)
Jezus vol liefde,
U wilt ons leiden.
Wij prijzen U als onze Heer.

Kom met uw kracht, o Heer,
en vul ons tot uw eer,
kom tot uw doel met ieder van ons.

Maak ons een volk Heer,
heilig en rein,
dat U Heer, volkomen
steeds toegewijd zal zijn.

Geloofsbelijdenis

Zingen Gezang 481: 1 en 3
1 O grote God die liefde zijt,
o Vader van ons leven,
vervul ons hart, dat wij altijd
ons aan uw liefde geven.
Laat ons het zout der aarde zijn,
het licht der wereld, klaar en rein.
Laat ons uw woord bewaren,
uw waarheid openbaren.

3 Leer ons het goddelijk beleid
der liefde te beamen,
opdat wij niet door onze strijd
uw goede trouw beschamen.
Leg ons de woorden in de mond
die weer herstellen uw verbond.
Spreek zelf door onze daden
van vrede en genade.

Gebed

Presentatie jaarthema

Bijbellezing Romeinen 6: 1-23
1Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? 2Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? 3Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? 4We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. 5Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. 6Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. 7Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 8Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven, 9omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem. 10Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. 11Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. 12Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. 14De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade. 15Betekent dit nu dat we vrijuit mogen zondigen omdat we niet onder de wet staan, maar onder de genade leven? Absoluut niet. 16Wanneer u zich als slaaf in iemands dienst stelt, weet u toch dat u hem moet gehoorzamen? Wanneer u de zonde dient, leidt dat tot de dood; wanneer u God gehoorzaamt, leidt dat tot vrijspraak. 17Maar God zij gedankt: u was slaven van de zonde, maar nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u zich hebt toevertrouwd, 18en bevrijd van de zonde hebt u zich in dienst gesteld van de gerechtigheid. 19Ik druk me zo gewoon mogelijk uit, omdat het anders uw begrip te boven gaat. Zoals u zich ooit in dienst stelde van zedeloosheid en onrecht om een wetteloos leven te leiden, zo stelt u zich nu in dienst van de gerechtigheid om heilig te leven. 20Toen u nog slaven van de zonde was, was u niet gebonden aan de gerechtigheid. 21Wat hebt u daarmee geoogst? Dingen waarvoor u zich nu schaamt, want ze leiden tot de dood. 22Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven. 23Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Zingen Gezang 473: 1, 8 en 10
1 Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid.

8 Neem en weeg mijn staat en stand
in de weegschaal van uw hand.
Maak dat ik in deemoed leer
knecht te zijn, als Gij, o Heer.

10 Neem ook mijne liefde, Heer,
‘k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.

Verkondiging

Zingen Hemelhoog 657: 1 en 2
Let op: het tweede couplet ontbreekt in Hemelhoog, maar kan wel op de stream: de tekst luidt:

U die mij geschapen hebt,
U wil ik aanbidden als mijn God,
in voor- of tegenspoed,
Uw liefde doet mij zingen.
U die mij geschapen hebt,
U wil ‘k danken hoe ik mij ook voel.
En U gehoorzaam zijn.
Heer, U bent mijn doel.

‘U bent mijn bestemming
U hebt mij gemaakt om als uw kind
in voor en tegenspoed,
uw liefde uit te stralen.
Dit is mijn bestemming.
Dienen met verstand en met gevoel
vanuit gehoorzaamheid
Heer, U bent mijn doel

Gebed

Collecte

Zingen Psalm 138: 1 en 4
1 U loof ik, Heer, met hart en ziel,
in eerbied kniel ik voor U neder.
Ja, in de tegenwoordigheid
der goden wijd ik U mijn beden.
Naar ’t heiligdom waar Gij vertoeft
hef ik het hoofd, ik zal U prijzen.
Gij zult, o Here, wijd en zijd
uw heerlijkheid en trouw bewijzen.

4 Als, ik omringd door tegenspoed,
bezwijken moet, schenkt Gij mij leven.
Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,
uw rechterhand zal redding geven.
De Heer is zo getrouw als sterk,
Hij zal zijn werk voor mij voleinden.
Verlaat niet wat uw hand begon,
o Levensbron, wil bijstand zenden.

Zegen

Last modified: 8 mei 2021