WELKOM EN MEDEDELINGEN

Intochtslied Gezang 192: 1, 2 en 6
1 O kostbaar kruis, o wonder Gods,
waaraan de Prins der glorie stierf;
ik wil om U zijn zonder trots,
ik acht verlies wat ik verwierf.

2 Bewaar mij dat ik roemen zou
dan in mijn Heren Christus dood.
Al wat ik anders noemen zou
is niets bij dit mysterie groot.

6 De aarde zelf is veel te klein
voor wie U waarlijk loven wil.
Uw liefde is een groot geheim,
zij vraagt geheel mijn hart en ziel.

Stil gebed – Votum – Groet

Thema: Groeien in geloof: bekering!

Zingen Gezang 126: 1, 2 en 3
1 Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard,
die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven
vraagt toegang tot ons hart.

2 Bereid dan voor zijn voeten
de weg die Hij zal gaan;
wilt gij uw Heer ontmoeten,
zo maak voor Hem ruim baan.
Hij komt, bekeer u nu,
verhoog de dalen, effen
de hoogten die zich heffen
tussen uw Heer en u.

3 Een hart dat wacht in ootmoed
is lieflijk voor de Heer,
maar op een hart vol hoogmoed
ziet Hij in gramschap neer.
Wie vraagt naar zijn gebod
en bidden blijft en waken,
in hem wil woning maken
het heil, de Zoon van God.

Wet van God

Zingen Psalm 115: 1 en 2
1 Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd,
doch uw voortdurende aanwezigheid,
uw trouw en uw genade.
Waar is uw God? tart ons het heidendom.
Hij onze God, gaat in zijn heiligdom
slechts met zichzelf te rade.

2 De volken denken zelf hun goden uit;
hun gouden monden geven geen geluid,
geen licht is in hun ogen;
hun handen tasten niet; geen wierooklucht
dringt tot hen door, hun oor hoort geen gerucht,
hun voet wordt niet bewogen.

Gebed

Bijbellezing Mattheüs 4: 12-22 in de Herziene Statenvertaling
Het begin van Jezus’ prediking
12 Toen Jezus gehoord had dat Johannes overgeleverd was, keerde Hij terug naar Galilea. 13 Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Naftali, 14 opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei: 15 Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de volken, 16 het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan. 17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.

De eerste discipelen
18 En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. 19 En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. 20 Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem. 21 Hij ging vandaar verder en zag twee andere broers, namelijk Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, in het schip met hun vader Zebedeüs, terwijl zij hun netten aan het herstellen waren, en Hij riep hen. 22 Zij lieten meteen het schip en hun vader achter en volgden Hem.

Zingen Psalm 32: 1 en 3
1 Heil hem, wien God zijn ontrouw heeft vergeven
en toegedekt al wat hij had misdreven,
God rekent hem zijn dwalingen niet aan-
heil hem, die recht voor God is komen staan!
Ik kwijnde weg, zolang ik zwijgen wilde,
in zelfbeklag mijn levenskracht verspilde,
want dag en nacht woog zwaar op mij uw hand,
mijn leven werd zo dor als dorstig land.

3 Gij zijt, o Heer, mijn schuilplaats en mijn haven,
Gij zult aan mij al mijn beloften staven.
Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij,
omringt met lied’ren van bevrijding mij!
Gij zult mij voortaan door uw trouw bewaken,
Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.
Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,
Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.

Verkondiging

Zingen Hemelhoog 321: 1, 2, 4
Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart,
Leer mij U kennen in vreugde en smart.
Laat mijn gedachten op U zijn gericht;
Wakend of slapend, vervuld van uw licht.

Geef mij uw wijsheid, uw woorden van eer,
Dat ik in U blijf en U in mij Heer,
U als mijn Vader en ik als uw kind
Dat in uw armen geborgenheid vindt,

Wat baat mij rijkdom of eer van een mens:
Bij U te wonen is al wat ik wens,
Met als beloning dat ik op U lijk;
Hemelse Koning, pas dan ben ik rijk.

Gebed

Collecte

Zingen Hemelhoog 583: 1 en 2
Refrein:
Glorie aan God, glorie aan God,
glorie aan God, glorie aan God.

  1. Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer.
    Hij’s het Lam dat regeert tot in eeuwigheid.
    Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht.
    Wij aanbidden, wij knielen voor Jezus.
    Groot is zijn troon, eeuwig zijn kroon.

Brug
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis,
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!

Refrein:
Glorie aan God, glorie aan God,
glorie aan God, glorie aan God.

  1. Kondigt het aan,
    door de kracht van zijn naam:
    heel de aard’ wordt vervuld
    van zijn glorie!
    Satan, hij beeft,
    want hij weet: Jezus leeft!
    Hij’s verslagen,
    het Lam troont voor eeuwig!
    Jezus is Heer, Redder en Heer!

Brug
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis,
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!

Zegen

Last modified: 23 maart 2021