Welkom en afkondigingen

Psalm 91: 1
1 Heil hem wien God een plaats bereidt
in zijn verheven woning;
hij overnacht in veiligheid
bij een almachtig koning.
Ik zeg tot God; Gij zijt mijn schild,
mijn toevlucht en mijn veste,
op U vertrouw ik, Heer, Gij wilt
voor mij altijd het beste.

Votum en groet

Hemelhoog 181: 1, 2
Hij kwam bij ons, heel gewoon,
de Zoon van God als mensenzoon.
Hij diende ons als een knecht
en heeft zijn leven afgelegd.
Zie onze God, de Koning-knecht,
Hij heeft zijn leven afgelegd.
zijn voorbeeld roept
om te dienen iedere dag,
gedragen door zijn liefd’ en kracht.

En in de tuin van de pijn
verkoos Hij als een lam te zijn,
verscheurd door angst en verdriet
maar toch zei Hij: ‘Uw wil geschied’.
Zie onze God, de Koning-knecht,
Hij heeft zijn leven afgelegd.
zijn voorbeeld roept
om te dienen iedere dag,
gedragen door zijn liefd’ en kracht.

Belijdenis van het geloof der Kerk

Hemelhoog 181: 3
Zie je de wonden zo diep.
De hand die aard’ en hemel schiep,
vergaf de hand die Hem sloeg.
De Man, die onze zonden droeg.
Zie onze God, de Koning-knecht,
Hij heeft zijn leven afgelegd.
zijn voorbeeld roept
om te dienen iedere dag,
gedragen door zijn liefd’ en kracht.

Gebed om de Heilige Geest

Schriftlezing Psalm 115
1Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. 2Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ 3Onze God is in de hemel, hij doet wat hem behaagt. 4Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. 5Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, 6ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze hebben een neus, maar kunnen niet ruiken. 7Hun handen kunnen niet tasten, hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. 8Zoals zij, zo worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt. 9Israël, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – 10huis van Aäron, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – 11wie de HEER vrezen, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild. 12De HEER gedenkt en zegent ons, zegenen zal hij het volk van Israël, zegenen het huis van Aäron, 13zegenen wie de HEER vrezen, van klein tot groot. 14Moge de HEER u talrijk maken, u en uw kinderen. 15Moge de HEER u zegenen, hij die hemel en aarde gemaakt heeft. 16De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft hij aan de mensen gegeven. 17Niet de doden loven de HEER, niet wie zijn afgedaald in de stilte, 18wij zijn het, wij zegenen de HEER, van nu tot in eeuwigheid.

Psalm 115: 1
1 Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd,
doch uw voortdurende aanwezigheid,
uw trouw en uw genade.
Waar is uw God? tart ons het heidendom.
Hij onze God, gaat in zijn heiligdom
slechts met zichzelf te rade.

Prediking

Hemelhoog 181: 4
Wij willen worden als Hij.
Elkanders lasten dragen wij.
Wie is er ned’rig en klein?
Die zal bij ons de grootste zijn.
Zie onze God, de Koning-knecht,
Hij heeft zijn leven afgelegd.
zijn voorbeeld roept
om te dienen iedere dag,
gedragen door zijn liefd’ en kracht.

Dankgebed en voorbeden

inzameling liefdegaven

Psalm 84: 5 en 6
5 O Here, ons schild van omhoog,
zie neder met een gunstig oog
op uw gezalfde in uw tempel.
Een dag in uw paleis is meer
dan duizend elders. Ik verkeer
veel liever need’rig aan uw drempel
dan dat ik aanzit, hooggeacht
waar men den Here God veracht.

6 Want God onze Heer die ons mild
bestraalt als zon, beschermt als schild,
zal in genade ons verhogen.
Zijn hand onthoudt het goede niet
aan wie oprecht Hem hulde biedt
en eerlijk wandelt voor zijn ogen.
Heer, die het al in handen houdt,
welzalig die op U vertrouwt.

Zegen

Last modified: 16 februari 2021