Welkom en mededelingen

Intochtslied: Gezang 166:1.2.
1 Juicht voor de koning van de Joden,
buigt voor geen dove wereldmacht,
knielt voor de knecht die Gods geboden
beluisterd heeft en wel geacht.
Drie vreemden zochten Hem van verre,
Herodes hebben zij bespot,
met goud, met wierook en met mirre
aanbaden zij de Zoon van God.

2 Hij daalt ootmoedig in het water,
de vogel Geest komt aangesneld,
God heeft in Hem zijn welbehagen
en alle zaligheid gesteld:
tegen de stroom staat Hij ten teken,
hier wordt des levens loop gewend,
het blinde lot gestuwd tot zegen,
wij zijn tot in de dood gekend.

Stil gebed – Votum en groet

Zingen Psalm 96:1, 5, 6 en 7
1 Zingt voor den Heer op nieuwe wijze,
zing aarde, zing zijn naam ten prijze,
boodschap zijn heil van dag tot dag,
wek bij de volken diep ontzag
voor ’t wonder van zijn gunstbewijzen.

5 Zegt tot de volken; Hij aanvaardde
de heerschappij. Zo staat de aarde
voor altijd zonder wankeling.
Hij richt der volken rechtsgeding,
Hij, die het recht ons openbaarde.

6 In ’t lied dat klinkt als Hij zal komen
zijn aard’ en hemel opgenomen,
de zee herhaalt het duizendvoud
en door de stilte van het woud
weerklinkt het loflied van de bomen.

7 Zo zal zijn koninkrijk beginnen.
De Rechter rijdt de wereld binnen,
Hij richt de aarde naar zijn recht,
het pleit der volken wordt beslecht.
Zijn trouw en waarheid overwinnen.

Geloofsbelijdenis

Zingen: Psalm 72:6 en 7
6 Bloeie zijn naam in alle streken,
zolang de zon verrijst.
Zijn koningschap zij ons een teken
dat naar Gods toekomst wijst.
Dat opgetogen allerwegen
de volken komen saam,
elkander groetend met de zegen
van zijn doorluchte naam.

7 Laat ons de grote naam bezingen
van Hem die Israël leidt,
want Hij alleen doet grote dingen,
zijn roem vervull’ de tijd.
Looft God de Heer, Hij openbaarde
zijn wonderen, zijn eer.
Zijn heerlijkheid vervult de aarde.
Ja, amen, looft de Heer.

Gebed

Schriftlezing: Jesaja 42,1-4;
1Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen. 2Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar; 3het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen. 4Ongebroken en vol vuur zal hij het recht op aarde vestigen; de eilanden zien naar zijn onderricht uit.

Lukas 3,21-22
21Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’

Samenzang: Orgelimprovisatie

Prediking: Jesaja 42,1-4

Zingen: Hemelhoog 122:1, 2 en 3
1 Al wie dolend in het donker,
in de holte van de nacht
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht:
vrijheid wordt aan u verkondigd
door een koning zonder macht.

2 Onze lasten zal Hij dragen,
onze onmacht totterdood,
geeft als antwoord op ons vragen
ons Zichzelf als levensbrood
Nieuwe vrede zal er dagen,
liefde straalt als morgenrood.

3Tot de groten zal Hij spreken,
even weerloos als een lam.
het geknakte riet niet breken,
Hij bewaakt de kleine vlam.
Hoor en zie het levend teken
van een God die tot ons kwam.

Dank- en voorbeden

Collecte

Zingen Psalm 138: 1 en 4
1 U loof ik, Heer, met hart en ziel,
in eerbied kniel ik voor U neder.
Ja, in de tegenwoordigheid
der goden wijd ik U mijn beden.
Naar ’t heiligdom waar Gij vertoeft
hef ik het hoofd, ik zal U prijzen.
Gij zult, o Here, wijd en zijd
uw heerlijkheid en trouw bewijzen.

4 Als, ik omringd door tegenspoed,
bezwijken moet, schenkt Gij mij leven.
Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,
uw rechterhand zal redding geven.
De Heer is zo getrouw als sterk,
Hij zal zijn werk voor mij voleinden.
Verlaat niet wat uw hand begon,
o Levensbron, wil bijstand zenden.

Zegen

Last modified: 2 januari 2021