Thema: Wandelen in een wolk

Welkom – afkondigingen

Intochtslied: Psalm 95: 1 en 2
1 Steekt nu voor God de loftrompet,
Hem die ons in de vrijheid zet.
Komt voor zijn aanschijn met verblijden.
Brengt Hem de dank van al wat leeft,
Hem, die ons heil gegrondvest heeft.
Viert Hem, de koning der getijden.

2 Groot God is Hij, Hij strijdt vooraan,
de goden zijn Hem onderdaan;
de hoge bergen houdt Hij staande.
Het hart der aard’ is in zijn hand.
Hij riep de zee, Hij schiep het land.
Hij is het, die de weg ons baande.

Gezang 323: 8
8 Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven,
U ten heiligdom gegeven.
Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen,
dat Ge in mij uw beeld moogt lezen.
Waar ik ga zit of sta,
laat mij U aanschouwen,
met een stil vertrouwen.

Geloofsbelijdenis

Psalm 33: 8
8 Wij wachten stil op Gods ontferming,
ons hart heeft zich in Hem verheugd.
Hij komt te hulp en geeft bescherming,
zijn heil’ge naam is onze vreugd.
Laat te allen tijde
uwe liefd’ ons leiden,
uw barmhartigheid.
God, op wien wij wachten,
geef ons moed en krachten
nu en voor altijd.

Bijbelgedeelte: Hebreeën 12:1-13
1Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. 2Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. 3Laat tot u doordringen hoe hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft. 4U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet. 5 Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht: ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, 6 want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ 7Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt? 8Maar als u die leerschool niet doorloopt zoals alle anderen vóór u, dan bent u geen kinderen, maar bastaards. 9Daar komt nog bij dat wij voor onze aardse vaders, door wie we werden opgevoed, respect hadden; hoeveel te meer zullen we ons dan niet onderwerpen aan het gezag van de Vader van alle geesten, en dan leven? 10Onze aardse vaders berispten ons maar voor korte tijd en naar eigen goeddunken, maar hij berispt ons voor onze eigen bestwil, om ons te laten delen in zijn heiligheid. 11Een vermaning lijkt op het moment zelf geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid. 12 Hef daarom uw slappe handen op, strek uw knikkende knieën, 13 en kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet verder ontwricht raakt, maar juist geneest.

Psalm 139: 14
14 Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op den weg ten leven.

Verkondiging

Hemelhoog lied 445
Ik bouw op U
Mijn schild en mijn verlosser
Niet eenzaam ga ik op de vijand aan
Sterk in uw kracht gerust in uw bescherming ]
Ik bouw op U en ga in uwe naam ]2X

Gelovend ga ik eigen zwakheid voelen
En telkens meer moet ik uw kracht verstaan
Toch rijst in mij een lied van overwinning ]
Ik bouw op U en ga in uwe naam ]2x

Ik bouw op u
Mijn schild en mijn verlosser
Gij voert de strijd, de huld’ is u gewijd
In ’t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan]
In rust met u die mij hebt voortgeleid. ]2x

Gezang 303: 4 en 5
4 In ’t woeden aller tijden
is nooit het lied verstomd,
Gods hoede zal ons leiden,
de volle vrede komt!
Geloven wordt aanschouwen,
als uit de hemel daalt
de bruid, de hoge vrouwe,
de kerk die zegepraalt.

5 Met God zijn wij verbonden,
met Vader, Zoon en Geest,
met alwie overwonnen,
alwie zijn trouw geweest.
Bewijs ons uw genade,
dan zingen wij bevrijd
de glorie van uw daden,
in tijd en eeuwigheid.

Zegen en gezongen Amen

Last modified: 31 oktober 2020