Strijd

Mijn geloof is ontstaan met een gigantische strijd en tegenzin. Mijn ouders hebben ons als kind trouw meegenomen naar alle kerkelijke activiteiten. Al snel voelde dit als een verplichting en in mijn puberteit werd dit een stuk erger. We hadden bij wijze van spreken op maandagavond al ruzie omdat er een zondag in de week zat. Tot ik volwassen/uit huis ging, was dit verplicht. We hadden veel discussies en ik zag alles als onzin. Zo heb ik mij dusdanig afgezet en kwam het verhaal bij mij niet binnen. De verplichting stond me erg tegen en het was zeker niet “hip” om naar de kerk te gaan. Ik was namelijk de enige uit mijn vriendenclub die dingen moest laten, zoals bijvoorbeeld naar catechisatie i.p.v. sport met vrienden.
Zo’n drie jaar later zat ik op zondagmiddag bij mijn ouders op de koffie en vroeg mijn vader of is ‘s avonds mee wilde gaan naar de Jeugddienst. Omdat mijn ouders al jaren niets meer over de kerk gezeurd/gezegd hadden, dacht ik, laat ik nu ook niet moeilijk doen en maar een keer meegaan. 
Na afloop vroeg m’n vader wat ik zelf anders zou willen zien in een jeugddienst.  Daar had ik wel ideeën over. Zonder mij te informeren vertelde mijn vader dit aan Dianne als voorzitter van de jeugddienstcommissie. Zij nodigde me uit om samen met de commissie de volgende dienst voor te bereiden. Ik dacht: ach, ik doe 1 keer mee en dan is het klaar, maar bij de jeugddienstcommissie ben nooit meer weg gegaan. Voor het eerst deed ik m’n oren wel open. De preek volgde ik van begin tot eind omdat ik wilde horen of mijn vragen uit de voorbereidingsavond beantwoord werden. Ik ging echt luisteren en dacht, dit verhaal is zo gek nog niet. De gedachte veranderde van geloof is onzin naar “baat het niet dan schaadt het niet”. Vanaf toen begon de boodschap binnen te komen en heb ik uiteindelijk 11 jaar in de jeugddienstcommissie gezeten.

Groei

Langzaam ging ik meer open staan voor het geloof en ben ik zelfs meegegaan naar Opwekking. Op zondagavond is daar altijd een genezingsdienst. Wat ik daar zag, ging buiten mijn denken. Dat klopt niet en ging veel verder als waar ik op dat moment zat in het geloofsleven. Ik ging naar huis met veel vragen welke ik tijdens de eerst volgende voorbereiding voor een jeugddienst ook deelde met Dianne. Zij vertelde daaropvolgend haar persoonlijke verhaal, over haar genezing. Zij bevestigde dus juist driedubbel wat ik in die genezingsdienst had meegemaakt. Ontkennen werd steeds lastiger. Ik ontdekte dat het geloof echt is, maar dat je Hem wel zelf moet zoeken. Het voelde niet meer als een lijst met verplichtingen. Ik werd getriggerd door de onderwerpen, ging uit mezelf dingen opzoeken en merkte al snel: hoe meer je er mee bezig gaat, des te meer ga je ook ervaren. Maar ik ben niet echt een lezer, dus ik merk dat ik de kerkdiensten wel echt nodig heb.

Kerk

Het verbaasde me eigenlijk hoe snel je in de coronatijd gewend raakte aan een ritme waarbij je niet op zondagochtend naar de kerk ging, aan het gemak van op internet de dienst bekijken. Een 10uur dienst werkt alleen niet met 3 jonge kids in huis waardoor wij de dienst terugkeken in de avond. Laatst ben ik voor het eerst weer naar een kerkdienst in de kerk gegaan en merkte vooral toen pas hoezeer ik dat gemist had. Dat had ik niet verwacht. De betrokkenheid van andere gelovigen. Het zijn in het huis van God, wat toch weer heel anders is dan thuis naar een scherm kijken. We doen het samen: vertrouwen en volharden. Die preek een maand geleden over hoop, er is hoop na corona, sprak me erg aan. De kerk is heel belangrijk om in gesprek te blijven met God. Zonder jou is er geen kerk. Daar hoor je hoe het wel zit, en staan de negatieve verhalen uit de media in contrast met de Bijbelse boodschap van hoop.

Het gaat niet om regeltjes als je bidt, bidden kan ook op de fiets of tijdens het tuinieren. Het gaat erom dat je een gesprek met Hem aan gaat.

Achteraf

Zoals ik me vroeger schaamde voor het naar de kerk gaan, zo vertel ik nu dat ik naar de kerk ga. Ik draag een kruisje sinds mijn belijdenis en hoef het niet te ontkennen . De groepsdruk van vroeger is er gelukkig af, en je wordt niet meer doorgezaagd door je eigen vrienden. Het is bij mij een bewuste keuze geweest om naar de kerk te gaan. Bij mijn belijdenis en de doop van onze kinderen, hebben we alle vrienden uitgenodigd. Iedereen weet dat het bij ons hoort, maar respecteert het en stellen soms zelfs mooie vragen. 
Nu heb ik vooral respect voor mijn ouders, dat ze me erbij hebben gehouden en zo hun best gedaan hebben. In deze tijd is het ook wel anders, is er nog veel meer afleiding. Zo nemen we bewust onze kinderen mee naar de kerk en hopelijk ook komende jaren richting Opwekking om hen te laten zien dat ze misschien wel een van de weinige in de klas zij die geloven, maar dat er nog veel meer kinderen/jongeren zijn die geloven. Ik ga mijn kinderen het niet opleggen, maar hoop ze erin te betrekken. Het belangrijkste om door te geven aan onze kids vind ik allereerst de liefde van God, het altijd veilige thuis, het leren bidden, het open gesprek met God. Het gaat niet om regeltjes maar om een relatie. Dominee Meertens gaf me ooit de tip om dezelfde dingen met God te bespreken, die ik met mijn aardse vader of beste vriend zou bespreken. Het gaat niet om regeltjes als je bidt, bidden kan ook op de fiets of tijdens het tuinieren. Het gaat erom dat je een gesprek met Hem aan gaat. Met de jaren leer je telkens meer dingen neerleggen bij God en krijg je ook nog antwoorden. Geen brandende braamstruiken, maar dingen die niet zomaar gebeuren. Die antwoorden zijn heel persoonlijk, dat is tussen God en mij.

Last modified: 13 januari 2021