Mededelingen

Intochtslied Hemelhoog 562: 1 en 2
Mijn Vader, dank U wel, dat U steeds bij mij bent.
Dat U al mijn gedachten en verlangens kent.
Dat U zo stil en rustig en begrijpend bent.
Mijn Vader, dank U wel.

Ik dank U dat Uw hand mij steeds behoedt en leidt.
Dat U mij wilt bewaren in de felste strijd.
Voor troost, die U mij geeft in onzekerheid.
Mijn Vader, dank U wel.

Stil gebed – Votum – Groet

Thema: Ananias en Safira

Zingen Psalm 92: 1 en 5
1 Waarlijk, dit is rechtvaardig
dat men den Here prijst,
dat men Hem eer bewijst:
zijn naam is eerbied waardig.
Wij loven in de morgen
uw goedertierenheid,
ook als de nacht zich spreidt
houdt ons uw hand geborgen.

5 Maar Gij, de Allerhoogste
zolang de wereld is-
werkers der duisternis
zult Gij de dood doen oogsten.
Uw tegenstanders, Here,
zullen als kaf vergaan;
ten oordeel opgestaan
zult Gij de vijand keren.

Geloofsbelijdenis

Zingen Psalm 65: 1 en 2
1 De stilte zingt U toe, o Here,
in uw verheven oord.
Wij zullen ons naar Sion keren
waar Gij ons bidden hoort.
Daar zal men, Heer, tot u zich wenden,
tot U komt al wat leeft,
tot U, o redder uit ellende,
die alle schuld vergeeft.

2 Zalig wie door U uitverkoren
mag wonen in uw hof,
hoezeer hij door zijn schuld verloren
terneerlag in het stof.
Wij worden door U begenadigd
die heilig zijt en goed.
Gij die ons in uw huis verzadigt
met alle overvloed.

Gebed

Bijbellezing Leviticus 10: 1 t/m 12
1Aärons zonen Nadab en Abihu deden gloeiende kolen in hun vuurbak en legden er reukwerk op. Maar het was verkeerd vuur dat ze de HEER wilden aanbieden, vuur dat niet voldeed aan de voorschriften van de HEER. 2Een felle vlam kwam uit het heiligdom en verteerde hen, zodat ze daar, in de nabijheid van de HEER, stierven. 3Mozes zei tegen Aäron: ‘Dit bedoelde de HEER toen hij zei: “Door degenen die in mijn nabijheid verkeren, toon ik mijn heiligheid. Het hele volk maak ik getuige van mijn majesteit.”’ Aäron zweeg. 4Mozes riep Misaël en Elsafan bij zich, de zonen van Aärons oom Uzziël. Hij zei tegen hen: ‘Kom hier en draag jullie broeders bij het heiligdom vandaan en breng hen buiten het kamp.’ 5Ze droegen hen, nog gekleed in hun tuniek, het kamp uit, zoals Mozes hun had opgedragen. 6Mozes zei tegen Aäron en zijn zonen Eleazar en Itamar: ‘Jullie mogen je haar niet los laten hangen en je kleren niet scheuren, anders sterven jullie en ontsteekt de HEER in woede tegen de hele gemeenschap. Maar jullie broeders, de overige Israëlieten, mogen wel weeklagen over het vuur dat de HEER ontstoken heeft. 7Omdat jullie zijn gezalfd met de olie van de HEER, mogen jullie niet buiten de omheining van de ontmoetingstent komen, anders sterven jullie.’ Ze hielden zich aan wat Mozes hun had opgedragen. 8Toen zei de HEER tegen Aäron: 9‘Jij en je zonen mogen geen wijn of andere drank drinken voor je naar de ontmoetingstent komt, anders sterven jullie. Deze bepaling blijft voor jullie en je nakomelingen voor altijd van kracht. 10Jullie moeten onderscheid kunnen maken tussen wat heilig is en wat niet, tussen wat rein is en wat onrein, 11en de Israëlieten uitleg geven over alle bepalingen die de HEER bij monde van Mozes aan hen bekendgemaakt heeft.’ 12Mozes zei tegen Aäron en zijn overgebleven zonen, Eleazar en Itamar: ‘Neem wat er over is van het graanoffer dat aan de HEER is aangeboden, en eet het in de vorm van ongedesemd brood, naast het altaar, want het is allerheiligst.

Zingen Gezang 305: 1
1 Waar God de Heer zijn schreden zet
daar wordt de mens, van dwang gered,
weer in het licht geheven.
Als ’s Heren woord weerklinkt met macht
wordt aan het volk dat Hem verwacht
de ware troost gegeven.
Zijn Geest weerstaat de valse schijn
en schrijft in harten het geheim
van ’s Vaders grote daden.
Zo leven wij om Christus’ wil
te allen tijd gerust en stil
alleen van zijn genade.

Bijbellezing Handelingen 5: 1 t/m 16
1Een zekere Ananias verkocht samen met zijn vrouw Saffira eveneens een stuk grond, 2maar hield een deel van de opbrengst achter – ook zijn vrouw wist daarvan – en bracht de rest van het geld naar de apostelen. 3Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? 4Je had het immers niet hoeven te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt, had je met de opbrengst toch kunnen doen wat je wilde? Wat heeft je bezield om je zo te gedragen? Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’ 5Bij het horen van deze woorden viel Ananias neer en stierf, en iedereen wie dit ter ore kwam schrok hevig. 6Enkele jongemannen wikkelden hem in een lijkwade, droegen hem naar buiten en begroeven hem. 7Ongeveer drie uur later kwam zijn vrouw binnen, die niet wist wat er gebeurd was. 8Petrus vroeg haar: ‘Zeg me, heb je het stuk grond voor dit bedrag verkocht?’ Ze antwoordde: ‘Ja, voor dit bedrag.’ 9Daarop zei Petrus: ‘Hoe heb je durven besluiten om de Geest van de Heer te trotseren? Kijk, degenen die je man begraven hebben staan voor de deur, en ze zullen ook jou naar je graf dragen.’ 10Onmiddellijk viel ze voor zijn voeten neer en stierf. Toen de jongemannen binnenkwamen, troffen ze haar dood aan. Ze droegen haar naar buiten en begroeven haar bij haar man. 11De hele gemeente en allen die hiervan hoorden, werden door grote schrik bevangen. 12De apostelen verrichtten vele tekenen en wonderen onder het volk. De gelovigen kwamen eensgezind bijeen in de zuilengang van Salomo, 13en ofschoon niemand zich daar bij hen durfde te voegen, sprak het volk vol lof over hen. 14Steeds meer mensen gingen in de Heer geloven, een groot aantal mannen zowel als vrouwen, 15en ze legden zelfs zieken op draagbedden of matrassen buiten op straat, in de hoop dat toch ten minste de schaduw van Petrus, wanneer hij voorbijkwam, op een van hen zou vallen. 16Ook vanuit de steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe; ze brachten zieken mee en mensen die door onreine geesten gekweld werden, en allen werden genezen.

Zingen Gezang 305: 2
2 O Heer, uw onweerstaanbaar woord
drijft rusteloos de eeuwen voort
dat mensen ook verzinnen.
En waar de weg onvindbaar scheen
mochten wij door geloof alleen
de tocht opnieuw beginnen.
Gij hebt de vaderen bevrijd
en uit het diensthuis uitgeleid
naar ’t land van melk en honing.
Hervorm, herschep ook ons geslacht,
opdat het door de wereldnacht
de weg vindt naar uw woning.

Preek

Zingen Gezang 313: 1, 4 en 5
1 Zonne der gerechtigheid,
ga ons op in deze tijd,
opdat al wat leeft de dag
in uw kerk aanschouwen mag.
Erbarm U, Heer.

4 Open overal de poort,
Heer, voor uw voortvarend woord,
win elk volk met stille kracht
voor uw rijk, verdrijf de nacht!
Erbarm U, Heer.

5 Geef geloof aan wie Gij zendt,
hoop en liefde, dat op ’t eind
wat met tranen werd gezaaid
met gejuich mag zijn gemaaid.
Erbarm U, Heer.

Dankgebed

Collecte

Zingen Hemelhoog 445: 1 en 3
Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser.
Niet eenzaam ga ik op de vijand aan,
sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.
Ik bouw op U en ga in uwe naam.
Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.
Ik bouw op U en ga in uwe naam.

Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.
Gij voert de strijd, de huld’ is U gewijd
In ’t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan,
in rust met U die mij hebt voortgeleid.
In ’t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan,
in rust met U die mij hebt voortgeleid.

Zegen

Last modified: 6 juni 2021